IEC 60950-1 Hoogstroomboogontstekingstoetsapparaat voor het testen van de weerstand tegen boogstromen

Testprocedure:
 

De test wordt uitgevoerd op vijf proefstukken, waarbij elk proefstuk op zijn beurt plat wordt vastgeklemd, zodat de lengteas van het proefstuk gelijk is aan het gemeenschappelijke verticale vlak van de elektroden. The fixed electrode is to be secured in place such that the chisel edge is in firm contact with the top surface of the specimen with sufficient force to ensure the electrode remains stationary during the testHet contactpunt van de vaste elektrode mag niet kleiner zijn dan 4 mm van een van de randen van het monster.De bewegende elektrode moet zodanig worden ingesteld dat deze met de vaste elektrode in contact komt tussen 0.75 tot en met 1,00 mm boven het oppervlak van het monster.De apparatuur moet worden ingesteld op een standtijd van 100 ± 20 ms voordat de elektrode door het verwijderen van de elektrode het circuit breekt en de tijdsduur van de bogen moet worden ingesteld op een snelheid van 40 volle bogen per minuut.Het circuit wordt aangedreven en de cyclische boog wordt gestart. De test wordt voortgezet totdat de steekproef ontbrandt, een gat door de steekproef wordt verbrand,of totdat in totaal 150 cycli zijn verstreken.

Als er een ontsteking of een gat door een monster ontstaat, kan een optionele bovenoppervlakteproef worden uitgevoerd.Deze facultatieve test wordt uitgevoerd op een aanvullende set van drie monsters die worden getest met de elektroden die maximaal 1 contact maken..6 mm boven het oppervlak van het monster.een aanvullende set van drie monsters kan optioneel worden getest met de elektroden die contact maken met maximaal 3.2 mm boven het oppervlak van de monsters. Een gat dat wordt veroorzaakt doordat de vaste elektrode op het monster botst of een scheur veroorzaakt, moet van de testresultaten worden uitgesloten.Of gaten veroorzaakt door het verbranden van het monster, als gevolg van boogvorming, moeten worden geregistreerd en in het verslag worden opgenomen.

De volgende gegevens moeten worden geregistreerd:

a) Het aantal bogen dat de ontsteking veroorzaakt.

b) Het aantal bogen dat een gat door het monster veroorzaakt

c) Maximaal aantal cycli: 150.

d) Waarnemingen betreffende smelting, verkooling of dergelijke.